Marcel Verbrugge

Marcel Verbrugge heeft werk geexposeerd in O-68 van 10 mei tot en met 14 juni samen met Antonie den Ridder. Titel ‘Keer en Wederkeer’, een vervolg op hun gezamenlijke tentoonstelling in 2014 in Huis Kernhem, Ede.

Foto’s werken Marcel Verbrugge Keer en Wederkeer, Velp

no images were found

Foto’s Opening expositie Keer en Wederkeer

no images were found

Uit de Openingsspeech (Anne Mie Emons):

De expositie ‘Keer en Wederkeer’ is oorspronkelijk geïnspireerd op de eerste Wereldoorlog. Gaat over verschrikkingen tijdens zo’n periode, maar ook over hoe een maatschappij zover komt en hoe die maatschappij er na afloop weer bovenop moet komen. Waarom beginnen we weer opnieuw? Wat gebeurt er in de aanloop van zo’n strijd? Elk werk laat een ander aspect van oorlog zien.

De tekeningen van Marcel Verbrugge geven die menselijke emoties heel goed weer. Die emoties zitten ook in het proces, het schilderen zelf. In de kleurkeuze, maar ook in de manier van werken: geschilderd met stugge korte en ook langere streken, woest. De emotie die hij voelde tijdens het werk vlamt er vanaf. Het is met name zwart, maar dan die rode toets. Het gloeit, gloeiend rood, bloedrood. Bij sommige werken lijkt het nog te vloeien, bij andere is het rood juist de verbinding, toch troost. Er is veel symmetrie, uitgewogen overleg in de bouw van de compositie. Dat geeft innigheid.

Rudi Fuchs zegt in de Groene Amsterdammer van 19 februari 2015 in een artikel over de tentoonstelling ‘de late Rembrandt’: “Echt grote kunstenaars zijn zo eigengereid en vrij in hun kop dat ze terechtkomen bij het nog niet eerder zo geziene”. Dat is wat we hier zien, het niet eerder geziene, maar wel eerder beleefde, herkenbare.

‘’06160206081945’’ is de titel van een groot werk, ook genoemd ‘Little boy’. Dat is duidelijk een werk waar veel over gedacht is, vele uren aan gewerkt. Het heeft een bijna ongelooflijke perfectie, afstandelijkheid, gruwen en mededogen. De titel, dat getal, is het moment dat in Hiroshima de kernbom ontplofte. Wat zie we? Zowel de Little boy zelf die omkomt, diegene die verminkt raakt, maar ook de Little boy die dit allemaal bedacht heeft, een hele keten van personen en processen, van de uitvinding van die vreselijke bom, tot de beslissing om hem te gebruiken en de acties van de Japanse kant om het zover te laten komen. Het is een museaal werk dat het verdient om veel tentoongesteld te worden

Misschien denkt u ‘ik heb die werken van Verbrugge toch al ergens gezien’. Klopt, als u gekeken heeft naar de serie ‘Dagboek van een callgirl’ op NET5. In het interieur van aflevering 5 en 6 hingen ze. De regie van de serie vond ze prachtig passen in dat chique interieur.

Ook de de beelden van Antonie den Ridder zijn werken waaraan lange denkprocessen aan zijn voorafgegaan. Het is minder direct. De emoties zijn algemener gemaakt, mythische figuren spelen een rol, verbeelden die emoties. Het is conceptueel werk Het concept, het idee is waar het om gaat en dat is uitgewerkt in allerlei materialen. De kunstenaar is de regisseur van scènes.

 

Uit het Persbericht:

De tentoonstelling in Velp is een vervolg op en een uitbreiding van de gelijknamige presentatie in 2014, die plaatsvond in Huis Kernhem te Ede.

Keer en Wederkeer is een project, waarin de beide kunstenaars naar aanleiding van de herdenking van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog tot een onderlinge beeldende dialoog probeerden te komen. Een tentoonstelling rond werken van twee kunstenaars met verschillende uitgangspunten en vanuit verschillende kunstdisciplines levert logischerwijze ook twee verhaallijnen op. Verhalen, die afwijken, parallel lopen en elkaar soms kruisen. De in woord en beeld gevoerde dialoog verplaatste zich even gemakkelijk naar de loopgraven van Verdun als naar de fantasiedomeinen van de ‘science fiction’. Met de voortgang van het project zijn de uitgangspunten algemener geworden en onderzoeken beide kunstenaars hun persoonlijke engagement bij de fenomenen ’oorlog’ en ‘vrede’.

Antonie den Ridder (Breda, 1956) maakt sinds 1986 beelden en installaties. Hij tracht geheel verschillende materialen zoals hout, steen en plexiglas tot een poëtische eenheid te smeden. Tot 2008 richtte zijn aandacht zich voornamelijk op het manipuleren van licht in afgesloten ruimten middels spiegelconstructies en het gebruik van lenzen. Gedreven door de behoefte zich directer en persoonlijker uit te spreken als kunstenaar doet vanaf 2008 de menselijke figuur opnieuw een intrede in het werk. De fysieke ruimte krijgt een psychologische betekenis in een serie beelden met de gemeenschappelijke titel ‘Hollow man’. In Art Gallery O-68 zullen de nieuwste beelden te zien zijn, waarin lichaamshouding en beeldtaal een onderdeel van studie zijn geworden. Aan de hand van kernbegrippen als ‘heroïek’ en ‘pathetiek’ en de corresponderende lichaamstaal verkent den Ridder de beeldtaal van de Italiaanse futuristen. In meer abstracte beelden van zijn hand worden processen van fragmentatie en herordening gevisualiseerd. Prijzen van €700,– tot €5500,–.

Marcel Verbrugge (Rotterdam, 1947) woont en werkt in de gemeente Ede. Hij voltooide zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem en ontving in 2008 de Edese Cultuurprijs. Verbrugge beoefent meerdere kunstdisciplines; hij tekent, schildert, fotografeert en vervaardigt ruimtelijk werk. Binnen het project ‘Keer en Wederkeer’ beperkte hij zich tot het schilderen en tekenen. Grote, wandvullende schilderijen en tekeningen, waarin dramatiek, hoop en tragiek de boventoon voerden. In zijn meest recente tekeningen, die te zien zijn in Art Gallery O-68 ligt de nadruk op het maken van verbindingen, het ontbinden en het verbreken. Hij schetst een wereld van contrasten in zwart en wit met soms een accent in een verzadigd rood. En met die minimale middelen schept hij een atmosfeer, die oorlogsgeweld suggereert naast een besef van de kwetsbaarheid van het menselijk lichaam.