Expositie

Frosty Rainbows and other dark Fantasies

Datum - 26/02/2023 - 26/03/2023

Jan Maarten Voskuil, Rob Bouwman, Inge Reisberman

Uit de openingstoespraak door Anne Mie Emons

 

Frosty Rainbows and other Dark Fantasies

De ‘Frosty Rainbows’ van Rob Bouwman weerspiegelen in de werken van Jan Maarten Voskuil. De ‘Dark Fantansies’?

Rob Bouwman en Jan Maarten Voskuil exposeren samen met videokunstenaar Inge Reisberman.

Inge is een bekende videokunstenaar, van wie werk in musea is. Ze maakt video over alledaagse dingen. Hier op het LEDscherm ‘Both Sides Now, wolken weerspiegelend in water. In de videokamer zijn video’s over zout. Als extraatje laat Inge bezoekers ook proeven van dat zout. Zelf vind ik het deel in de video met de 2 lagen zoutstructuren erg mooi, fijn en fascinerend om naar te kijken.

In een interview dat ik had met de organisatie van de beurs VOLTA New York, waar de galerie in mei een stand zal hebben met werk van Wieteke Heldens, werd onder andere de vraag gesteld:

What sort of artists does O-68 represent? How do you choose ?

 Ik heb daar al veel over nagedacht de laatste 10 jaar van ons bestaan. Ik noemde vier criteria in dat interview:

1) Do I Iike the work? ‘The emotional appeal’.

2) Is the work well-made with the highest mastery of the medium? ‘The technical appeal’.

3) Does it communicate the artist’s expertise? ‘The credibility, ethical, appeal’ .

4) Does it address the present and calls action on the future? ‘The relevance appeal’.

Ik zei daarbij: “albeit implicit”. Het gaat niet om een schreeuwende directe confrontatie, maar de impliciete hint die de beschouwer van het kunstwerk zelf moet invullen. Dit laatste is het moeilijkste criterium. Wat bedoel ik daarmee? Dat is: Is er een een ‘message for the viewer about self, soul or society’, een boodschap over zelf, ziel of maatschappij?

Dus ik waardeer bijvoorbeeld de werken van Jan Maarten Voskuil en Rob bouwman omdat die werken mij impliciet bevragen over zelf, ziel of maatschappij. Dat vereist uitleg.

Een bezoeker, die afgelopen donderdag toen we aan het inrichten waren binnen kwam lopen, vroeg aan Voskuil: ‘Wat is jouw verhaal?’ De kunstenaar antwoordde: ‘Er is geen  verhaal’.

Toch word ik bevraagd. Dat probeer ik uit te leggen.

De kunst van Voskuil en Bouwman hebben iets heel gemeenschappelijks, niet in uitwerking, maar wel in essentie. Ze gaan over iets typisch menselijks, ze gaan over handelen. Niet handelen met euro’s, maar werken met de handen, iets maken, typerend gedrag voor mensen. Iets wat nog niet bestond laten ontstaan’. Rob en Jan Maarten maken kunst en hun kunst gaat daarover, gaat over maken, met de handen. Dat zie ik als hun inspiratiebron. Hoe dan?

Kijk naar het werk van Rob Bouwman. Het gaat over verf-aanraking. Met zijn vingers of met zelfgemaakte schilder-kwasten trekt hij heel repeterend de aangebrachte verf over houtpanelen. Het zijn ook kleuronderzoeken, zoals we bijvoorbeeld zien bij Dibbets, maar op een heel eigen manier uitgevoerd. Iedereen die naar het werk kijkt ziet niet alleen de interessante kleuren, maar ook het repeterende doen, het maken, de handeling. Ja, het gaat over kleur, maar ook over ‘handelen’, maken met de handen.

Bij Jan Maarten Voskuil gaat het ook over handelen. Ik bedoel dus niet ‘Het is gemaakt met de handen’ Nee, ik bedoel het gaat daarover, over die menselijke activiteit. En in het werk dat hij voor deze expositie gemaakt heeft is dat wel heel evident. Kijk naar die 3 werken met titel ‘Mètre Étalon’ en met afmeting 1 meter. Wat is de Mètre Étalon? Het is de standaardmeter uitgevonden in Parijs en op veel plaatsen in Frankrijk hebben ze er een. Die standaardmaat van 1 meter hebben we sinds de Franse revolutie en is vastgesteld in 1789 en door Napoleon verspreid over Europa en later, na Napoleon, over de hele wereld. Sommige landen gebruiken een standaard die om te rekenen is naar de meter. De bekendste ‘Mètre Étalon’ is een marmeren balk in de Rue de Vaugirard, bij nummer 36 in Parijs. Hoe belangrijk is het vaststellen van wat precies een meter is, niet geweest voor dat handelen, het maken met de handen door Homo sapiens. Die intensiteit van al dat ‘handelen’ zit in het werk van Jan Maarten Voskuil.

Omdat ik uit de wetenschap kom, was een andere vraag in dat interview:

Do you see science and art as interlinked  ?

Er zijn natuurlijk grote verschillen tussen wetenschap en kunst, maar wat wel hetzelfde is, is de zoektocht naar ‘quality, honesty, originality, authenticity, intensity. And of course… the hours of hard work’. Kwaliteit, eerlijkheid, originaliteit, authenticiteit, intensiteit en ja, de vele uren die gespendeerd worden. Dat zie ik in het werk van deze 3 kunstenaars, Inge Reisberman, Jan Maarten Voskuil en Rob Bouwman.

Uit het persbericht

 

Opening van de expositie FROSTY RAINBOWS AND OTHER DARK FANTASIES op 26 feb. 15-17 uur met werk van Rob Bouwman, schilderijen, Jan Maarten Voskuil, schilderijen en sculpturen, en Inge Reisberman, video’s. 

Rob Bouwman (Woerden 1981) heeft de laatste jaren opzien gebaard met kleurrijke abstracte werken geschilderd op gladde houten panelen. De aangebrachte verf wordt met de vingers of met speciaal door hem vervaardigde “rachels” ritmisch verspreid over het oppervlak. Er ontstaan patronen, rijk aan details en kleurschakeringen.

In de ruimtelijke schilderijen van Jan Maarten Voskuil (Arnhem 1964) ontbreekt, net als bij Bouwman, de traditionele compositie.  Maar anders dan het gedetailleerde beeld van Bouwman kiest Voskuil voor een egaal, monochroom oppervlak. Het handschrift ontbreekt volledig. De spanning ontstaat door dat oppervlak te vervormen. Die vervorming krijgt hij door het spieraam ruimtelijk te maken en er daarna het doek op te spannen. Er ontstaan gradaties in licht en donker. Het licht is concreet aanwezig in het werk.

Met het oog op het kleurrijke werk van Bouwman, laat Voskuil in Velp onder meer een niet eerder getoonde serie met chroomverf gespoten werken zien, die als een absorberende spiegel de omgeving en dus ook het werk van Bouwman vervormen. 

De video’s van Inge Reisberman (Almelo, 1959) gaan over de perceptie van tijd en ruimte. In longshots gebruikt ze stoffen als meel, zout en water. Ze werkt graag in ‘slow cinema’ techniek, waarbij ze de tijd neemt om de stoffen te verbinden met de verhaallijn van haar werk. In deze expositie laat ze zout zien, een stof die ze vaker in haar video’s heeft ingezet. Zout is niet alleen visueel fascinerend, maar heeft ook een scala aan betekenissen en context. Het beeld van drijvende zoutkristallen zou zomaar geassocieerd kunnen worden met de beginsituatie van de aarde, één grote (zout)watervlakte.