Expositie

Dividu

Datum - 26/09/2021 - 24/10/2021

Onder de titel Dividu worden van 26 september t/m 24 oktober 2021 in Art Gallery O-68 in Velp, bij Arnhem, schilderijen getoond van Ad Gerritsen (1940-2015) en tevens kunstobjecten die de loopbaan van de schilder in de jaren ‘60/’70 weergeven, samen met installatie/video en grafiek van Aracelly Scheper (1983)

Installatie foto’s

Opening: Zondag 26 september 2021 van 15.00 tot 17.00 uur door Gijs Assmann, kunstenaar en docent Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam en Academie ArtEZ, Arnhem

“Ik geloof…ik geloof… dat het voor een kunstenaar op een of andere manier nuttig, misschien wel noodzakelijk is dat hij op het doek op een of andere manier vrede sluit met alle dingen die hij niet kan. Dat is wat ons bij serieuze schilderijen aantrekt, denk ik: die tekortkoming, die we “persoonlijkheid” zouden kunnen noemen, of zelfs “pijn”

 Uit: “Blauwbaard” van Kurt Vonnegut

Geachte aanwezigen,

Vanmiddag zijn we hier voor de opening van de tentoonstelling ‘Dividu’ met werk van Aracelly Scheper en Ad Gerritsen.

Als kunstenaar ben ik gevraagd deze tentoonstelling te openen en dat doe ik graag.

Ik zal ongeveer een kwartiertje tot u spreken. Als kunstenaar iets vertellen over  kunst is een obligate onderneming. De meeste kunstenaars – zelfs de door mij meeste geachte collega’s – hoor ik liever niet aan het woord over kunstwerken. Het wordt er meestal niet beter op.

Ook bestaat het hardnekkige misverstand dat de kunstenaar de ware betekenis van een kunstwerk kent en die moedwillig achterhoudt voor zijn publiek. Dit misvatting suggereert dat de kunstenaar – als die maar zijn best zou doen en in staat zou zijn in begrijpelijke woorden te praten – de oplossing tot het begrijpen van een kunstwerk aan zijn publiek zou kunnen geven. Dat is niet zo. Kunstenaars houden geen geheim voor u achter en zijn vaak even verbaasd en verwonderd over wat ze hebben gemaakt als u dat wellicht bent.

Ter verduidelijking stel ik Berenice, de ultieme kunstenaar, aan u voor.

Berenice kent u waarschijnlijk beter als de Heilige Veronica. Zij was een christen uit Jeruzalem, die Jezus Christus een doek aanbood om het zweet en bloed van zijn gezicht te vegen terwijl hij zijn kruis de Golgotha opdroeg. Volgens de overlevering werd bij het afvegen het gelaat van Christus op miraculeuze wijze op de doek ingeprent. Haar naam Veronica is een samenstelling van vera en icon wat waar beeldbetekent. Het portret als waar beeld (> ‘Vera icon’)

Op afbeeldingen toont de Heilige Veronica de doek met christus’ gelaat als een schilderij.

Een niet geschilderde portret, maar een directe afdruk van de geportreteerde. Hoe dichter je op de geportretteerde staat, hoe authentieker het portret wordt. En er zit niets tussen de maker en het afgebeelde, zelfs geen penseel. Alsof het schilderij zichzelf schilderde.

Hans Memling H. Veronica (1480 – 1483), paneel, olieverf 31,6 x 24,4 cm. Coll. National Gallery of Art Washington (D.C.)Berenice staat niet voor een stijl, een kunststroming of voor een genre. Zij staat voor een houding. Namelijk het verlangen om een zorgzame, oprechte en directe verhouding met onderwerpen, overtuigingen en vragen te hebben.

De twee kunstenaars in deze tentoonstelling – met werk dat stylistisch erg van elkaar verschilt – delen een Berenice-blik-op-de-wereld

; een poging zich werkelijk te verhouden met het leven en een poging in hun werk te getuigen van een verbondenheid met de menselijke emoties en de facts of life: indringend, ontwapenend, confronterend, persoonlijk en oprecht.

Ad Gerritsen leerde ik kennen toen ik zesendertig jaar geleden ging studeren aan de AKI, de Akademie voor Kunst en Industrie in Enschede.

Hij was daar docent. Zevenentwintig jaar later ontmoette ik Aracelly Scheper voor het eerst toen ik zelf als docent ging werken aan de kunstacademie in Zwolle. Ad stierf veel te jong in 2015. Aracelly staat hier voor me.

In 1985 begon ik mijn studie aan de kunstacademie in Enschede. Tijdens de introductieweek werden wij in een bus naar een pannenkoekenhuis in Delden gereden. Daar hield directeur Sipke Huismans een gloedvol betoog waarin hij vertelde dat wij zouden worden opgeleid tot goede mensen, en niet zozeer tot goede kunstenaars. Kunst is een middel, niet het doel.

Wonend in Enschede reisde ik op woensdag naar mijn in Arnhem wonende vriendin. Op donderdagochtend kon ik met Ad – die op donderdagen lesgaf op de AKI – mee terug rijden naar Enschede. Een keer per week was er zo een vacuüm van anderhalf uur samen. Een gesprek zonder productiedrang met vragen die niet per se beantwoord hoeven te worden, los van academische jargon. Het proces van gezamenlijk denken is op zich een waarde. Ik geloof dat ik van deze ritten meer heb opgestoken dan van alle slim bedachte opdrachten, reflecties en beoordelingen gedurende mijn studies.

Enkele observaties:

Ad deed zijn auto nooit op slot. Voor vertrek zei hij de hond uitgebreid goedendag. En er waren verhalen. Vele verhalen. Vooral over het proces van maken. Ik geniet steeds meer van het moment dat het schilderij niet doet wat ik wil, zei hij bijvoorbeeld. Ik knikte maar begreep er niets van. Hoe kun je als student de ervaring delen met iemand met een beroepspraktijk van 25 jaar? Alsof een blinde moet begrijpen wat rood is. En waarom propageerde diegene die mij moest gaan leren hoe je kunst moet maken het niet-weten? Het antwoord lag weer in een anekdote. Dit keer van de schilder Philip Guston: En een van de betere definities over schilderen was die van Kline … Hij zei: ‘Weet je, schilderen is als handen die een matras vullen’ (> Philip Guston aan het woord in de Universiteit van Minnesota in maart 1978). Guston beschreef de omstandigheden van het schilderen in een metafoor ook als een bijeenkomst: Bij aanvang van het schilderen is het atelier vol. Er zijn bekenden, vrienden, voorbeelden, grote helden, familie en vrienden. En tijdens het schilderen verlaten de aanwezigen één voor één het atelier. Eerst familie, dan vrienden. Als laatste de helden en grote voorbeelden. Totdat je als schilder alleen bent met het schilderij. En als het echt heel goed gaat, verlaat de schilder het atelier ook, en maakt het schilderij zichzelf af. Dat klinkt ongeloofwaardig, romantisch en wonderlijk, maar het is een verhalende vorm om zonder jargon een concrete persoonlijke ervaring te verwoorden. En heel erg Berenice-achtig.

In 2014 stelde ik samen met Ad Gerritsen werk tentoon in de tentoonstelling Groot theater bij galerie RonLangArt in Amsterdam.

Het zou de laatste keer zijn dat ik Ad in levenden lijve zag. Ad toonde schilderijen, portretten en situaties. Aanleiding voor zijn werk van Gerritsen zijn foto’s. Foto’s die hij in de krant vindt, maar ook foto’s uit wetenschappelijke- en historische boeken.

Gerritsen mengt fragmenten met verschillende herkomst door elkaar door ze tot collages samen te lijmen. Deze collages vormen de basis voor zijn schilderijen.

Centraal in de tentoonstelling stonden twee schilderijen van vrouwen met weelderige bossen bloemen. De vrouwenportretten waren afkomstig van foto’s uit het Duitsland aan het eind van de oorlog. In plaats van het sprokkelen van kolen en hout voegde Ad bloemen toe aan de manden die de vrouwen dragen.

Niets is wat het lijkt.

Voor een toeschouwer zit het ongemak van het werk niet zozeer in de opeenstapeling van hoeveelheden beelden, betekenissen maar juist in de relatieve leegte waarmee het schilderij je als toeschouwer confronteert. Het ontbreken van handvaten om het werk te lezen wekt onrust en ongemak.

(citaat)We moeten leren meer te zien, meer te horen, meer te voelen (…) te laten zien hoe het is en wat het is, zelfs dat het is wat het is, in plaats van te laten zien wat het betekent (Susan Sontag Against interpretation 1964).

Aracelly Schepers werk start vaak vanuit autobiografische gebeurtenissen die zij vertaalt naar video’s, tekeningen, foto’s en grafiek.

Haar recente werk blinkt uit in zorgvuldigheid en zinnelijkheid. Dat is onder andere te zien in de gespecialiseerde druktechnieken die zij gebruikt en combineert. Zo zijn er papier litho’s, monotypes, aceton drukken en ‘pinhole’ fotografie. Dat is geen grafiek-fetisjisme, maar een poging om een sensuele ervaring te genereren. Met als doel om ons echt te laten kijken. Echt kijken met als doel om een waarachtige verhouding met de dingen aan te gaan en vooraannames te bezweren.

Als maker is het maakproces van een werk een manier om omgang te vinden met de onderwerpen. Het maken is zo niet slechts uitvoering van een idee. In dat geval valt er voor de toeschouwer namelijk weinig te beleven. Het creëren is een manier om je relatie tot het onderwerp te bepalen en daarvan te getuigen. Essentieel in dit proces is het kunnen beleven, en het loskomen van een gekende en bestaande ordening. Schilderen, tekenen en filmen om te begrijpen, kijken om te ervaren.

En als kunstenaar vermoed ik dat Aracelly in reiner Widerspruch, in zuivere tegenspraak wil leven; Niemand in slaap sussen, en herinnerd worden als iemand die als elk ander zijn tegenstellingen leeft. Roos en doorn tegelijk, veroordeeld tot eeuwige onrust: denkend, zoekend, in beweging.

Dat geldt zeker ook voor de installatie met bewegend beeld die Aracelly u laat zien in deze tentoonstelling.

In schaamteloze schoonheid combineert zij verschillende werkelijkheden en voegt die samen tot een schijnbaar natuurlijk geheel.

De langzaamheid waarmee het beeld beweegt heeft iets betoverends en zorgt voor opmerkzaamheid voor details. Er broeit van alles onder de oppervlakte van de beelden die passeren. Er zit iets harmonieus in de handeling om zulke verschillende beelden ongevraagd aaneen te smeden. Iets dat zij zelf activistisch plezier noemt. Maar radicale acceptatie of oncomfortabele eerlijkheid zijn evengoed passende beschrijvingen.

Het aaneenrijgen van beeld dat van nature niet samen hoort heeft zowel iets gewelddadigs als iets verzoenends in zich.

Het beeld sluit vrede met het ongemakkelijke in een geruststellende vorm. (citaat) We zijn niet solide en in staat tot geweld én we kunnen ook het kleine in onszelf en anderen liefhebben. De paradox beleven van heler zijn én zelf gewond maakt je tot naaste van de ander. Dat is een waarachtige oproep tot barmhartigheid en compassie. In een leven dat zo vaak geschonden wordt en afgeknepen. Is barmhartigheid in feite altijd herscheppen van het leven, bevrijden, losmaken, oprichten, weer tot leven brengen.

Dit zijn grote woorden.

Maar toen Sipke Huismans ons eerstejaars studenten voorhield ons te gaan opleiden tot goede mensen doelde hij denk ik hierop. En ik wil u eigenlijk vooral vertellen dat deze kunstenaars niet tot u spreken als kunstenaar tot u, als kunstkenners, maar verhalen over menszijn als mens tot u als medemens. De verhalen en ervaringen van Ad en Aracelly zijn voor u beschikbaar in hun werk. Geniet en wees niet bang. Het enige dat u kunt doen is u overgeven aan het werk. Let op de humoristische toon die hun werk vaak heeft, vermijdt onverschilligheid of vijandigheid maar zoek en wees nieuwsgierig en capituleer met mengsel van nieuwsgierigheid, verwachting, interesse of schuchterheid

Zien, bewogen worden, in beweging komen.

Ik wens u veel kijkplezier.

Gijs Assmann, September 2021

Uit het persbericht

Nadat Nietzsche ‘de dood van God’ aangekondigde en Michel Foucault ‘de dood van de mens’ als maat van alle dingen, gaat de Franse denker Gilles Deleuze een stap verder: de mens is niet eens een eenheid, maar een wirwar van verlangens en strevingen. Het dividu heeft geen vastomlijnde identiteit. Online hebben we meer identiteiten en experimenteren met steeds andere ‘personae’, dragen andere maskers. Ook offline, in ons sociale leven, dragen we verschillende maskers, spelen we verschillende rollen, zijn versplinterd en gespleten over verschillende codes en wachtwoorden. Een individu draagt zijn maskers, een dividu bestaat slechts uit maskers. Volgens Deleuze is er geen drager meer, niet één masker-identiteit is belangrijker of oorspronkelijker dan een andere.

In haar video’s en installaties probeert Aracelly Scheper de onbeantwoorde vragen over haar Colombiaanse achtergrond, haar niet-weten over haar vroegste geschiedenis, te ontrafelen. Zo roept de vraag ‘Waar kom je vandaan’ een gevoel van gespletenheid op. Wat is je identiteit? In ‘Het Gewilde Object’, een installatie van video, audio en grafiek, neemt zij haar eigen adoptie als uitgangspunt. Vanuit het persoonlijke stelt zij meer universele vragen over de manier waarop de overdracht van een mens gedocumenteerd wordt. Welke woorden worden er gebruikt en wat is de waarde van deze documenten in verhouding tot wie zij zelf is? Haar werk gaat over de beladenheid van taal, de personificatie van een object, en vooral over de objectificatie van de mens, elke mens.

In zijn eigenzinnige schilderijen toont Ad Gerritsen momentopnames van individuen, een van de maskers van die persoon, niet zomaar een masker, niet zomaar een ‘persona’ maar DE persona, waarmee hij de uitgebeelde persoon veralgemeniseert, waardoor hij ons naar dé mens laat kijken, onszelf, op dat ene onbewaakte ogenblik, de controversiële aspecten. Daarin zit zijn kracht. Velen herinneren zich de tentoonstelling in ‘Kunstmuseum Den Haag’ (voorheen Gemeentemuseum) in 2018. Met zalen vol met schilderijen van Gerritsen, bijeengebracht uit bedrijfs- en particuliere collecties. De erven van Gerritsen hebben aan Art Gallery O-68 werken beschikbaar gesteld voor deze verkoopexpositie van schilderijen met beeltenissen van (in)dividuen. Aracelly zegt: ‘Ad verklaart zijn werk niet, hij laat je alleen met het beeld. Daar streef ik naar, ik leer van hem’.

Gijs Assmann, kunstenaar en docent Gerrit Rietveld Academie Amsterdam en Academie ArtEZ, Arnhem, leerling van Ad Gerritsen en leraar van Aracelly Scheper zal de expositie openen.

Art Gallery O-68, Oranjestraat 74, 6881 SG Velp, www.gallery-o-68.com. Voor meer informatie en/of extra rechten-vrije afbeeldingen: Anne-Mie Emons, info@gallery-o-68.com, tel. 06 1259 4329